FAQ STATISCHE WEEGSYSTEMEN

De bedoeling van deze pagina is vooral om uw aandacht te vestigen op mogelijke bronnen van problemen in uw project.

Bent u vertrouwd met wat wij beschrijven en weet u wat u moet doen? Prima. Klinkt wat wij beschrijven u onbekend in de oren, dan gaat u best te rade bij ons. Voor alle behandelde onderwerpen meteen ook een oplossing aanreiken is niet altijd  mogelijk. Veel oplossingen zijn afhankelijk van project tot project, zoiets wordt best besproken in overleg. Er is ook het risico dat een en ander verkeerd wordt geïnterpreteerd. Men moet goed beseffen dat een silo plaatsen van 200 ton heel wat anders inhoudt dan een trechtertje installeren van 450 Kg, vooral in verband met veiligheid.

Als u een project hebt neemt u best contact op met ons en dan bekijken wij samen welke de beste aanpak is.

Welke load cell capaciteit kies ik best?

Het totale gewicht van de silo, filters, motoren, kleppen, mengers en uiteraard ook de inhoud gedeeld door het aantal load cells. In het geval van 3 loadcells deelt u dus het gewicht door 3. Et is altijd verstandig om een kleine reserve te behouden.  Indien de silo op 4 load cells komt te staan is het aangewezen om toch 30% overcapaciteit te voorzien, het is namelijk best mogelijk dat op sommige momenten de silo niet op alle 4 de load cells zal steunen en op die manier kan één load cell flink wat extra last te verwerken krijgen. In « weegsystemen op meer dan 3 punten » gaan wij hier dieper op in. Een silo van 200 ton op 4 loadcells van 50 ton plaatsen is geen goed idee, dit gaat beslist fout.

Indien uw silo buiten staat moet u er rekening mee houden dat een harde wind een extra windload zal toevoegen aan het silo gewicht.
Load cells zijn nauwkeuriger dan u zou denken, (nauwkeurigheid) Het is daarom veiliger om een hogere capaciteit te gebruiken, zeker als dit geen prijsverhoging oplevert. Waarom en wanneer u opteert voor hogere meetbereiken zal u duidelijk worden door deze vragenlijst verder te lezen.

Hoe nauwkeurig is een C3 loadcell en wat betekent die C3?

Omtrent nauwkeurigheden van load cells bestaan nogal wat misverstanden.

De meest courante « ijkwaardige » load cells hebben een C3 klasse wat betekent 3.000 verdelingen. (In wegen hanteert men de term verdelingen eerder dan %-ten of absolute gewichten. Een ijkwaardige weegschaal dient voor verkoop van goederen op gewicht en dit staat onder strenge officiële controles)

Heel wat gebruikers uit de proces wereld redeneren dat een load cell met 3.000 verdelingen niet nauwkeuriger meet dan de loadcell capaciteit gedeeld door 3.000. Dus een 3.000 kg load cell zou niet nauwkeuriger kunnen wegen dan 1 kg. Dit is een ernstig misverstand!

Deze « C3 » (3.000 delen) heeft eigenlijk geen betrekking op de load cell zelf maar op de weegschaal waarin de load cell zal worden gebruikt.

De C3 vermelding op de load cell bepaalt dat u volgens de ijkwetgeving met deze load cell een « ijkwaardige » weegschaal mag bouwen met maximaal 3.000 verdelingen. Dus de weegschaal weegt bvb. 3.000 kg per kg. U kan deze weegschaal bouwen met 4 load cells van 1.000 kg. Maar u kan deze weegschaal ook bouwen met bvb. 4 load cells van 2.000 kg C3! U hebt dan wel een totaal weegvermogen van 8.000 kg, toch kan u wegen per kg. De load cells zijn dus veel nauwkeuriger dan hun weegvermogen gedeeld door 3.000.

Hoe nauwkeurig of hoe « klein » u mag afwegen met een bepaald type van load cell wordt niet opgemaakt uit de vermelding C3 maar uit de vermelding: « minimum verfication interval » vrij vertaald kleinst ijkwaardige deeltje.

Om het kort samen te vatten: load cells zijn dus véél nauwkeuriger dan 1/3000 ste.

Waar vind ik de échte vermelding van de nauwkeurigheid van een loadcell?

Het “kleinste ijkwaardige deeltje” vertelt u de échte nauwkeurigheid van een load cell. In tegenstelling tot de vermelding C3 geeft het kleinst ijkwaardige deeltje wél belangrijke informatie over de load cell. Deze info is te vinden op de datasheet van de load cell onder de wettelijk bepaalde vermelding « minimum verification interval ». Op deze website hebben we dit voor het gemak « Smallest legal approved division » genoemd.

Dit bepaalt voor de load cell wat het allerkleinste deeltje is dat u op het display van een ijkwaardig weegtoestel mag weergeven. Voor de SHBxR loadcell is dit de loadcell capaciteit gedeeld door 15.000. Voor een SHB load cell van 30 kilogram is dit dus 2 gram.

Maar eigenlijk is de loadcell nog nauwkeuriger dan dit kleinst ijkwaardige deeltje…

Inderdaad een « ijkwaardige » weegschaal moet nauwkeuriger zijn dan wat ze aanduidt.

Stel: u verkoopt 1200 kg fruit en afweegt het per kg op een weegschaal met 10.000 kg weegvermogen en met als kleinste ijkwaardige deeltje = 1 KG. Indien het totale gewicht bvb. 1200,3 kg bedraagt dan moet de weegschaal 1200 kg aanduiden. Is het totale gewicht echter 1200,7 kg dan moet de weegschaal 1201 Kg aangeven. Om het nog een beetje verwarrender te maken is het zo dat een wettelijk geijkte weegschaal voor de eerste 500 delen van de 3.000 delen die hij mag wegen, nauwkeurig moet zijn tot op een ½ schaaldeel.

Met andere woorden de load cells moeten nog nauwkeuriger zijn dan het kleinste ijkwaardige deeltje dat met de load cell volgens de ijkwetgeving mag gewogen worden.

Wanneer meerdere load cells in een weegschaal worden gebruikt gelden volgens de ijkwetgeving nog andere regels, maar dit laten we terzijde.

Concreet: het kleinst ijkwaardige deeltje geeft u een idee wat u als hoogste nauwkeurigheid van uw weegsysteem mag verwachten.

Als u bvb. een hopper van 250 kg wil wegen met pakweg een nauwkeurigheid van 0,1%, (dus 250 gr.) dan neemt u best 3 SHB load cells van 200 kg. Kleinste schaaldeel van een SHB loadcell = 1/15.000ste van 600 (= 40 gr.). Ruimschoots voldoende! Dus u kan een hopper van 250 kg makkelijk wegen met 600 kg weegvermogen. Makkelijk!

Terminologie gebruikt in databladan van load cells.

Heel wat termen die worden gebruikt op datasheets van load cells bvb. de vermeldingen « C3 », « verdelingen » of « divisions », « minimum verification interval » enz. hebben betrekking tot de ijkwetgeving. Alle verkoop van goederen op gewicht, bvb. met een winkelweegschaal in de supermarkt of een weegbrug voor vrachtwagens is geregeld in de ijkwetgeving. Deze Europese wetgeving voor weegschalen is behoorlijk complex en het toepassen ervan is een beroep op zich.

Deze wetgeving is niet van toepassing voor procesweging. Wat vertellen deze vermeldingen precies over de load cell zélf? En vooral hoe moet men dit  interpreteren voor een proces omgeving? Zie bvb. Minimum verification interval. Daar kunnen best wat misverstanden over ontstaan als u niet vertrouwd bent met de betekenis van de gebruikte terminologie. Deze hele terminologie die gebruikt wordt op databladen hier uitleggen zou ons te ver leiden. Indien u wenst te weten wat u van een loadcell kan verwachten neemt u best met ons contact op, wij zullen dit met u bespreken.

Waar moet ik mee rekening houden als de silo buiten staat?

Hoge silo’s vangen veel wind. Deze windkracht wordt toegevoegd aan het totaalgewicht en komen uiteraard op de load cells terecht. Het is belangrijk dat in de eerste plaats de loadcells aan deze gewichtstoename kunnen weerstaan, zo niet worden deze beschadigd. Nog belangrijk is een kantel- en uplift-beveiligingen te voorzien. Load cells kunnen nu eenmaal niet instaan voor de veiligheid van een grote silo.

De vaak gehoorde redenering: « Hoezo, load cells zijn er toch voor gemaakt? » Is een misverstand. Load cells zijn immers gemaakt om te wegen en load cells « plooien » én ze verouderen. Het is dan ook niet onmogelijk dat een load cell het op een bepaald moment begeeft. (bvb. Na 10 jaar en in een uitzonderlijke zware storm). In dergelijke situaties moet de mounting hardware die om de load cell heen staat ervoor zorgen dat de silo overeind  blijft. En ze moet er ook voor zorgen dat de silo niet kan worden opgetild, ook niet nadat een loadcell het heeft begeven.

Berekeningswijze:

Er zijn verschillende manieren om de « uplift » en de windload te berekenen, deze zijn vastgelegd in allerlei Nationale en Internationale normen. Vreemd genoeg hanteren sommige normen verschillende berekeningswijzen voor dezelfde windkracht. Het is daarom uitkijken welke wetgeving betrekking heeft op uw silo project, deze kan verschillen, zeker buiten de Europese unie.

Voor hoge silo’s wordt de berekening van deze krachten best overgelaten aan de siloconstructeur of een gespecialiseerd studiebureau. Wij geven wel enkele belangrijke tips.

Tips.

U moet weten waar uw silo komt te staan, windnormen in Schotland, Wallonië, of Florida zijn verschillend. Ook de omgeving heeft belang, staat de silo aan zee bovenop een dijk, of iets dergelijks, dan zal deze situatie de gewone wind nog versterken. Bestaat de mogelijkheid dat er nog structuren bovenop de silo worden geplaatst? Nu of later? Dit zijn allemaal vragen die u zich moet stellen en die de keuze van de load cells of de capaciteit mee zullen bepalen.

Wees echter kritisch en voorzichtig, een voorbeeld: Sommige berekeningswijzen van windload bepalen dat wanneer meerdere silo’s in een rij staan de berekende windload met een factor 0,2 moet worden verhoogd. Dit is begrijpelijk want de silo’s vormen een « haag » en vangen zodoende meer wind. Vreemd genoeg zijn er berekeningswijzen die hier geen melding van maken… Uitkijken dus!

Wat is het nut van de montage hulpstukken of “mounts”?

Doorgaans wordt in weegprojecten het belang van onze mounts onderschat.

Voor wie er niet mee vertrouwd is lijken ze een meerkost te vertegenwoordigen, in werkelijkheid maken ze het hele project juist goedkoper, bovendien ook veiliger en ook nog eens nauwkeuriger. En indien op een juiste manier geplaatst zorgen ze ervoor dat de installatie zonder omkijken over vele jaren zijn nauwkeurigheid behoudt.

Veiliger? Inderdaad, een silo of tank wegen gemonteerd rechtstreeks op de load cells zonder montagehulpstukken is een gevaarlijke situatie. De vaak gehoorde redenering: « Hoezo, load cells zijn er toch voor gemaakt? » Is een misverstand. Load cells zijn immers gemaakt om te wegen en load cells « plooien » én ze verouderen. Loadcells kunnen dus niet instaan voor de veiligheid van uw silo. Als een load cell het zou begeven, moet er « iets » zijn dat de silo belet om te vallen. In de meeste gevallen kan dit worden opgelost met de mount.

Goedkoper? Zeker en vast. De kost van een weegsysteem wordt niet alleen bepaald door de kost van de onderdelen. Ook de kost (en tijd) van plaatsing, uitlijning (o zo onderschat) en de  afregeling maken deel uit van totale kostprijs van een weegsysteem. De kost van problemen oplossen achteraf als iets niet goed blijkt te werken kan hoog oplopen, zeker als de productie reeds is opgestart, de installatie ergens in het buitenland staat enz. De opzet van onze mounts is om al deze kosten flink te reduceren en ervoor te zorgen dat alles “first-time-right” wordt geïnstalleerd. Onze mounts worden geleverd met een zeer duidelijke montage richtlijn.

Om deze toch al lange tekst niet ontmoedigend lang te maken bespreken we op deze pagina niet “hoe” mounts een project nauwkeuriger, goedkoper en eenvoudiger maken. De werkwijze is voor iedere mount immers verschillend.

Als u nog geen materiaal keuze hebt gemaakt ontstaat dan de neiging om dan maar alles te gaan lezen en dat maakt alles nog meer verwarrend. Nadat we in overleg met u bepaald hebben welk materiaal voor uw project in aanmerking komt, krijgt u een document dat uitlegt hoe de gekozen mounts deze voordelen bieden. Als u nog niet vertrouwd bent met de werkwijze van onze mounts, neem dan zeker contact op met ons.

Waarom vormen load cells een gevaar?

Load cells moeten kunnen doorbuigen om te kunnen meten. Eenvoudig gesteld zijn load cells metalen onderdelen die kunnen worden bevestigd op een structuur. Deze onderdelen zijn op kritische plaatsen dermate « verzwakt » zodat ze zullen doorbuigen wanneer ze met een gewicht worden belast. Bij de minste gewichtstoename moet de loadcell dus een klein beetje verder doorbuigen. Doorgaans bedraagt dit doorbuigen voor het volledige meetbereik slechts 0,2 mm en in uitzonderlijke gevallen (kleine meetbereiken) tot 0,5 mm. Het is duidelijk dat een load cell die bij de minste gewichtstoename verbuigt het helemaal kan begeven bij een overbelading. Een loadcell is dus geen veiligheidsobject.

Een load cell werkt als volgt: het doorbuigen wordt gemeten met weerstandjes « rekstroken » genaamd, deze zitten gekleefd op verzwakte plaatsen in de loadcell body. Binnen in de load cell zit nog een klein elektrisch circuit dat ervoor zorgt dat het signaal lineair verloopt in functie van de gewichtstoename en dat deze uitgang overeenstemt met de andere load cells in hetzelfde systeem. Het elektrisch circuit is afgedicht tegen vocht en stof.

Deze afdichting (van de verzwakte plaatsen) verhindert eigenlijk dat de gebruiker ziet hoe « dunnetjes » de load cell op die plaats eigenlijk wel is.

U mag rustig aannemen: als u een « gestripte » load cell van 2 ton zou zien met 2 ton gewicht erbovenop…. Dan durft u er nooit onder te gaan staan!

De uitdrukking “Hoezo, load cells zijn er toch voor gemaakt?” is een misvatting. Load cells zijn geen veiligheidsobject. Load cells zijn gemaakt om te wegen, daarom moeten ze kunnen doorbuigen, dit impliceert dat load cells wel degelijk een risico inhouden in een silo-project. De beveiliging tegen wind of overbelading mag niet aan de load cell worden overgelaten maar moet verzorgd worden door de mounting hardware of speciaal hiervoor ontworpen beveiligingen.

Silo’s, hoppers, mengers die enkel op load cells steunen zonder enige hardware beveiliging tegen load cell breuk of kantelen vormen een belangrijk veiligheidsrisico.

Invloeden van piping.

Alles wat vast zit aan de silo en een starre verbindingen maakt met de omgeving heeft een invloed op de weging. buigen immers door onder invloed van gewichtsverandering. Hoewel deze afstand zeer klein is (doorgaans 0,2 mm voor het volledige meetbereik), is ze toch onmisbaar. U moet een silo die gewogen wordt zien als een voorwerp dat een vrije manier op en neer moet kunnen bewegen en niets mag dit hinderen. Ideaal is natuurlijk om uw project uit te voeren zodat er geen enkele vaste verbinding bestaat tussen de silo en al wat er om heen staat. Het is altijd wel mogelijk om ladders en loopbruggen los te koppelen van de omgeving. Vermijd zeker een vaste horizontale verbinding tussen 2 silo’s onderling. Wanneer de ene silo « doorzakt » onder belading zou deze immers kunnen gaan trekken aan de andere silo, met een hefboom effect kan dit behoorlijke krachten genereren die leiden tot verbazend grote gewichtsafwijkingen.

Onmisbare verbindingen worden best soepel uitgevoerd, hetzij met doek, kunststof of flexibels.

Een vaste verbinding, bijvoorbeeld een verticale pijp die stug is vast gemaakt aan de draagconstructie onder de silo fungeert als een vijfde steunpunt naast de vier loadcells. De gevolgen hiervan kunnen je helemaal gek maken. Stel dat je de weging controleert door op de loadcells extra gewicht te plaatsen. In functie van waar je de belading plaatst (op welke load cell) gaan er andere hefbomen werken. De ene keer is het gewicht veel te licht, op een andere poot is het veel te zwaar. Iemand die niet vertrouwd is met deze materie heeft het moeilijk om de oorzaak van deze rare verschijnselen te vinden, zeker als er nog eens meerdere verbindingen zitten aan de silo of tank.

Het is een feit dat een silo met vaste verbindingen nooit zo goed kan wegen als een silo die volledig vrij staat. Tochis het wel degelijk mogelijk om piping zonder flexibels op een tank te bevestigen en toch de invloed te minimaliseren tot een werkbaar niveau.

Een en ander staat omschreven in een brochure die op aanvraag bij Logicontrol te verkrijgen is. Om misverstanden en ongewenste situaties te vermijden publiceren wij dit niet op deze site. Na overleg en kennisname van uw toepassing zullen wij aangeven welke technieken in de brochure kunnen worden aangewend en wat u ervan kan verwachten.

Wegen op 3 of 4 loadcells?

Dit onderwerp is een mooie gelegenheid om aan te tonen dat het niet altijd zo eenvoudig is. Beide keuzes hebben nadelen en voordelen, sommige aspecten worden onderschat en de juiste keuze hangt af van de prioriteiten en de toepassing. Hier volgt de uiteenzetting, beetje lang maar zo heb je alle aspecten.

Prijs:
Uiteraard zijn 3 loadcells goedkoper dan 4 loadcells.

Drie of vier loadcells  i.v.m. nauwkeurigheid.
Zo lang een loadcell niet wordt overbelast dan maakt een ongelijke verdeling van de belading niets uit. Bij de ijking wordt een weegbrug altijd belast in de 4 hoeken met 1/3e van het gewicht op ¼ van de oppervlakte. En dat voor de 4 hoeken. Op die manier draagt telkens één loadcell bijna de hele lading en de andere 3 bijna niets. De resultaten voor de 4 hoeken moeten gelijk zijn EN binnen de nauwkeurigheid van de weegbrug vallen of de weegbrug wordt afgekeurd. Dit is het beste bewijs dat ongelijke belading geen invloed heeft op de nauwkeurigheid. Een weegbrug of een weegschaal… Ze liggen allemaal op 4 punten.

Drie of vier loadcells  i.v.m. loadcell capaciteit.
Een silo op 3 loadcells, verdeelt, zeker helemaal vol, zijn gewicht mooi 1/3e over elke loadcell. Een silo op 3 loadcells zal ook nooit wiebelen. Een silo op 4 loadcells verdeelt nooit zijn gewicht   1//4e  over elke loadcell. Een silo op 4 loadcells kan wiebelen als de loadcells niet op gelijke hoogte staan, en dan komt het gewicht kortstondig op 2 loadcells te staan! Dat kan gevaarlijk zijn.

Gevolgen: Een silo van 30 ton kan je rustig op 3 cellen van 10 ton plaatsen.Een silo van 40 ton mag je nooit op 4 loadcells van 10 ton plaatsen, je moet altijd “reserve” aan weegvermogen  voorzien. Zelfs een silo van 30 ton plaats je beter niet op 4 loadcells van 10 ton, best opteer je voor 4 loadcells van 15 ton. Indien de loadcells van 15 niet duurder zijn dan die van 10 ton, dan aarzel je niet en gebruik je loadcells van 15 ton.

Drie of vier loadcells  i.v.m. ondersteunende structuur.
Staan de loadcells op een voldoende stevige beton? Dan maakt dit weinig uit of we op 4 of 3 steunen.
Staan de loadcells op een stalen onderbouw…  dan wordt dit een heel ander verhaal. Op drie punten werken impliceert dat je een loadcell ergens in het midden van een balk plaatst. Die balk zal gegarandeerd plooien (jawel) en dat kan gevolgen hebben. Als de silo is vast gemaakt aan de omgeving met piping enz. Dan zal het plooien van een balk ervoor zorgen dat de silo gaat trekken of “hangen” aan een vast punt en hierdoor ontstaan fouten. Dit gebeurt met een hefboom, onderschat deze krachten niet, deze kunnen makkelijk oplopen tot wel een paar 100 kg en meer.
Erger is nog wanneer 2 silo’s een loadcell hebben op dezelfde balk. Silo 1 wordt gevuld, doet de balk plooien daardoor begint silo 2 met een loadcell op diezelfde balk te trekken, te hangen aan een vast punt. Gevolg: Silo 1 wordt gevuld en silo 2 verandert een paar 100 kg van gewicht. Sommige klanten kunnen zich daar flink over opwinden. En natuurlijk: de loacell leverancier wordt in het vizier genomen en krijgt de schuld want het weegsysteem “meet fout”. “En ze hebben het allemaal, meneer. U moet dit oplossen! “ Maar de oorsprong ligt bij de keuze voor 3 loadcels, de te lichte staalbouw en de bevestiging aan de omgeving… = niet op te lossen. Als de bedoeling van de weging een dosering is, dan kan dit feit de hele dosering volledig  in de war sturen. In dit geval was het opteren voor 3 loadcells een foute keuze met aanzienlijke gevolgen.

Kijk even naar de 3e foto in de kolom hiernaast. De toepassing: nauwkeurig doseren uit een 200 ton silo in een vrachtwagen. De loadcells komen op 4 schuine balken in de hoek van een vierkant. Die balken  zijn bijzonder stijf en deze staan bovendien nog eens vlak naast een poot. Die schuine balk zal niet plooien. Dus de silo staat dan op 4 zeer stijve steunpunten.

Bovendien heeft men hier een aparte balk voorzien per silo. = geen enkele “interactie” tussen de silo’s onderling. Een silo met grote diameter “zet” zich altijd een beetje en dat vangt de kleine hoogteverschillen in ondersteuning wel op. De silo staat goed ondersteund, verdeelt zijn krachten goed en heeft geen interactie met de andere silo’s = prima weging en veilig.

Drie of vier loadcells  i.v.m.veiligheid bij extreme wind.
Een silo op 3 loadcells heeft maar één steunpunt om te weerstaan tegen de wind. Een silo op 4 punten heeft makkelijker twee punten om te weerstaan tegen de wind. Niet te onderschatten belang!

Conclusie.

Of het beter is te werken met 3 of 4 loadcells zal mede bepaald worden de structuur waar de silo op staat: een betonnen plaat, een betonnen verdiep of een stalen structuur.
Ook door de tonnage van de silo. Een kleine silo van 10 ton op een dikke betonnen vloer (zelfs op een verdiep) = geen probleem 3 loadcells. Een Silo van 400 ton op een stalen frame (vb. hiernaast) = 4 loadcells.
Silo staat binnen = geen wind = makkelijker kiezen voor 3 loadcells. Silo staat buiten = toch eens bekijken of 4 niet veiliger is.
Een aantal  silo’s staan  samen in een hoge stalen structuur  EN men wenst een degelijke nauwkeurigheid = toch maar 4 loadcells.
Als de silo’s niet te zwaar zijn, 50 80 ton, dan kan een poot “gedeeld” worden voor 2 silo’s. Een poot, niet een balk.
Werken we met zeer zware silo’s 200 ton 400 ton, dan toch maar overwegen om aparte poten te voorzien.
Dit is een beslissing die moet genomen worden door de leverancier van de staalbouw voor alle duidelijkheid.

Men mag dus zeker niet zeggen: werken op 3 loadcells is altijd beter. Werken met 4 loadcells kan in sommige omstandigheden veiliger en nauwkeuriger zijn, je moet alle aspecten bekijken.

Planning van een weegproject.

Een weegproject gebeurt in verschillende stappen. Het is belangrijk om een aantal controles uit te voeren op het meest aangewezen moment. U wil immers niet vaststellen (of van uw klant horen) dat het weegsysteem niet correct of « onbetrouwbaar » werkt als de productie reeds is opgestart. Toch is het pas dan dat men een duidelijke kijk heeft op de nauwkeurigheid van het weegsysteem. Maar dan is het meestal te laat om nog actie te ondernemen, of wordt het een stuk kostelijker. Daarom is het belangrijk om tijdig controles uit te voeren.

De planning van het juiste tijdstip om controles uit te voeren verschilt natuurlijk van project tot project. Indien gewenst begeleiden wij u bij uw project, dit kan gaan van een eenvoudig gesprek tot het geven van een cursus weegtechniek aan installateurs of engineers.

Hoe moet ik Load cells aansluiten in een 6-draads systeem?

Waarvoor dient een 6-draads systeem? Is een vaak terugkerende vraag.

Het signaal dat op een load cell wordt gemeten is een stroom. Wanneer het gewicht op de load cell toeneemt verhoogt deze stroom. Deze stroom wordt uitgedrukt in millivolts per volt. De meeste load cells geven een uitgangssignaal van 2 of 3 mv/V. De 2 of de 3 slaat op het maximale millivolt signaal dat de load cell aflevert bij 100% belading. Die « per » volt slaat op de voeding: per volt voeding levert de load cell dus 2 of 3 mV bij volledige belading.

Dus: geeft de weegversterker een voeding van 10 V dan levert een 2 mV/V load cell 20 millivolt bij volledige belading; bij een voeding van 5V is dit slechts 10 mV.

Het spreekt voor zich dat wanneer de voeding die de aanduider geeft, lichtjes vermindert, ook het signaal van de load cell wat zal verminderen. Het veranderen van de voeding kan gebeuren bij temperatuur variatie, zeker met lange kabels treedt dit op. Dat mag natuurlijk niet gebeuren, het signaal van de load cell mag enkel veranderen wanneer het gewicht verandert.

Voor die reden wordt een load cell aangesloten met 6 draden. 2 draden waarop het uitgangssignaal wordt gemeten, en 2 draden voor het leveren van de voeding. Parallel naast de 2 voedingsdraden lopen ook 2 « sense » draden. In de weegversterker hebben deze draden afzonderlijke klemmen, op de load cell (of in de junction box) worden deze draden doorverbonden aan de voedingsdraden. Met deze « sense » draden “meet” de weegversterker hoeveel de voeding bedraagt ter hoogte van de load cell of de junction box. Wijzigt nu de voeding ter hoogte van de load cell of junction box, dan « compenseert » de weegversterker dit en blijft de gewichtsaanduiding hetzelfde. Op die manier is het mogelijk om load cells op honderden meters te plaatsen van de weegversterker.

In de junction box komen dus de 6 draden van de weegversterker toe, alle load cells worden gewoon paralell doorverbonden aan deze draden.

Hebben de loadcells zelf 6 draden, dan worden dezelfde draden van alle loadcells in de junction box paralell doorverbonden aan de draden die naar de aanduider lopen.

Load cells met slechts 4 draden die op een lange afstand staan moeten met 6 draden verbonden tussen de junction box en de weegversterker. In de kabel tussen de junction box en de aanduider zijn de 2 sense draden in de junction box verbonden aan de voedingsdraden. In de aanduider worden de sense draden verbonden aan aparte klemmen.

Staan de load cells met slechts 4 draden op een korte afstand van de weegversterker, dan kan de verbinding gemaakt worden met 4 draden, maar dan moet er op de klemmen van de weegversterker een brugje worden gelegd tussen + voeding & + sense en tussen – voeding en – sense.

Nauwkeurige of ijkwaardige weegsystemen worden altijd met 6 draden verbonden.

Wat is het belang van een “goede” junction box?

Alles is van belang natuurlijk, maar het belang van een « goede » junction box wordt toch vaak miskend. In een weegsysteem met 4 loadcells zitten 22 of 30 aansluitingen. Eén onderbroken contact volstaat om de weging buiten gebruik te stellen. Erger nog is een slecht contact dat intermitterende pannes veroorzaakt (soms wel soms niet) Of in het ergste geval een grote of kleine fout in het weegresultaat. Vooral het laatste is om je haren uit te rukken. Een slecht contact kan een fout veroorzaken van 1, 2 of veel meer %. Als het pakweg 50% is, dan is het duidelijk dat het probleem elektrisch is, 50% extra gewicht komt en verdwijnt niet “zo maar” zonder dat je het ziet. Bij kleine fouten denkt men echter meestal aan mechanische oorzaken. Deze zijn niet makkelijk te vinden en al zeker niet als het slechts af en toe gebeurt… Toch, een “net-niet-genoeg” contact kan zoiets veroorzaken. Dan is het soms lang zoeken.

Als je dan weet dat de signaal verandering voor een load cell slechts een paar microvolt bedraagt. (= een miljoenste van een Volt) dan wordt het duidelijk dat de klemmen in een junction box maar best van goede kwaliteit zijn. In onze junction boxen zijn deze verguld.

En nog even dit: de kracht waarmee je de klem aandraait is ook belangrijk. Niet hard genoeg = mogelijks een slecht contact. Te hard aangedraaid riskeer je dat het dunne draadje afbreekt… na verloop van tijd en hop de weging is defect en voor het gevonden is kan dit best een halve dag duren. Een technieker oproepen betekent meestal een panne van een dag of meer. Het lijkt allemaal makkelijk maar het blijft een delicaat werkje. Uiteraard wordt een defect vastgesteld in volle productie en dan komt de kat de koord op…

Voor die reden raden wij onze klanten aan de aansluitingen van de load cells aan ons over te laten, samen met de afregeling.

FAQ DYNAMISCH WEEGSYSTEMEN IS MOMENTEEL IN ONTWERP

De bedoeling van deze pagina is vooral om uw aandacht te vestigen op mogelijke bronnen van problemen in uw project.

Bent u vertrouwd met wat wij beschrijven en weet u wat u moet doen? Prima. Klinkt wat wij beschrijven u onbekend in de oren, dan gaat u best te rade bij ons. Voor alle behandelde onderwerpen meteen ook een oplossing aanreiken is niet altijd  mogelijk. Veel oplossingen zijn afhankelijk van project tot project, zoiets wordt best besproken in overleg. Er is ook het risico dat een en ander verkeerd wordt geïnterpreteerd. Men moet goed beseffen dat een silo plaatsen van 200 ton heel wat anders inhoudt dan een trechtertje installeren van 450 Kg, vooral in verband met veiligheid.

Als u een project hebt neemt u best contact op met ons en dan bekijken wij samen welke de beste aanpak is.

Is momenteel in ontwerp

In ontwerpfase

 

Planning van een weegproject. In ontwerp

Een weegproject gebeurt in verschillende stappen. Het is belangrijk om een aantal controles uit te voeren op het meest aangewezen moment. U wil immers niet vaststellen (of van uw klant horen) dat het weegsysteem niet correct of « onbetrouwbaar » werkt als de productie reeds is opgestart. Toch is het pas dan dat men een duidelijke kijk heeft op de nauwkeurigheid van het weegsysteem. Maar dan is het meestal te laat om nog actie te ondernemen, of wordt het een stuk kostelijker. Daarom is het belangrijk om tijdig controles uit te voeren.

De planning van het juiste tijdstip om controles uit te voeren verschilt natuurlijk van project tot project. Indien gewenst begeleiden wij u bij uw project, dit kan gaan van een eenvoudig gesprek tot het geven van een cursus weegtechniek aan installateurs of engineers.

Hoe moet ik Load cells aansluiten in een 6-draads systeem?

Waarvoor dient een 6-draads systeem? Is een vaak terugkerende vraag.

Het signaal dat op een load cell wordt gemeten is een stroom. Wanneer het gewicht op de load cell toeneemt verhoogt deze stroom. Deze stroom wordt uitgedrukt in millivolts per volt. De meeste load cells geven een uitgangssignaal van 2 of 3 mv/V. De 2 of de 3 slaat op het maximale millivolt signaal dat de load cell aflevert bij 100% belading. Die « per » volt slaat op de voeding: per volt voeding levert de load cell dus 2 of 3 mV bij volledige belading.

Dus: geeft de weegversterker een voeding van 10 V dan levert een 2 mV/V load cell 20 millivolt bij volledige belading; bij een voeding van 5V is dit slechts 10 mV.

Het spreekt voor zich dat wanneer de voeding die de aanduider geeft, lichtjes vermindert, ook het signaal van de load cell wat zal verminderen. Het veranderen van de voeding kan gebeuren bij temperatuur variatie, zeker met lange kabels treedt dit op. Dat mag natuurlijk niet gebeuren, het signaal van de load cell mag enkel veranderen wanneer het gewicht verandert.

Voor die reden wordt een load cell aangesloten met 6 draden. 2 draden waarop het uitgangssignaal wordt gemeten, en 2 draden voor het leveren van de voeding. Parallel naast de 2 voedingsdraden lopen ook 2 « sense » draden. In de weegversterker hebben deze draden afzonderlijke klemmen, op de load cell (of in de junction box) worden deze draden doorverbonden aan de voedingsdraden. Met deze « sense » draden “meet” de weegversterker hoeveel de voeding bedraagt ter hoogte van de load cell of de junction box. Wijzigt nu de voeding ter hoogte van de load cell of junction box, dan « compenseert » de weegversterker dit en blijft de gewichtsaanduiding hetzelfde. Op die manier is het mogelijk om load cells op honderden meters te plaatsen van de weegversterker.

In de junction box komen dus de 6 draden van de weegversterker toe, alle load cells worden gewoon paralell doorverbonden aan deze draden.

Hebben de loadcells zelf 6 draden, dan worden dezelfde draden van alle loadcells in de junction box paralell doorverbonden aan de draden die naar de aanduider lopen.

Load cells met slechts 4 draden die op een lange afstand staan moeten met 6 draden verbonden tussen de junction box en de weegversterker. In de kabel tussen de junction box en de aanduider zijn de 2 sense draden in de junction box verbonden aan de voedingsdraden. In de aanduider worden de sense draden verbonden aan aparte klemmen.

Staan de load cells met slechts 4 draden op een korte afstand van de weegversterker, dan kan de verbinding gemaakt worden met 4 draden, maar dan moet er op de klemmen van de weegversterker een brugje worden gelegd tussen + voeding & + sense en tussen – voeding en – sense.

Nauwkeurige of ijkwaardige weegsystemen worden altijd met 6 draden verbonden.